Wezenlijke regelingen in de verpakkingswet („VerpackG“)
- Welke fabrikanten krijgen te maken met de verpakkingswet?
- Wie is privé-eindgebruiker en wie is niet privé-eindgebruiker?
- Welke duale systemen zijn er en wanneer moet er een overeenkomst met een duaal systeem worden afgesloten?
- Welke soorten verpakkingen onderscheidt de verpakkingswet?
- Wanneer en met welke gegevens moet men zich registreren?
- Welke plichten moeten er na de registratie worden vervuld?
Welke fabrikanten krijgen te maken met de verpakkingswet?
Fabrikanten zijn volgens de verpakkingswet degenen die verkoopeenheden van goederen en verpakking (bv. verpakte producten) voor het eerst beroepsmatig (tegen betaling of niet tegen betaling) in het binnenland in omloop brengen. Fabrikanten zijn niet alleen binnenlandse producenten maar ook alle importeurs, voor zover ze het transportrisico bij de invoer van de producten in Duitsland (bv. INCOTERM DDP) aanvaarden. Loonproductiebedrijven die verpakkingen voor hun klanten uitsluitend met hun naam of hun merk of beide voorzien, zijn geen fabrikanten. In dit geval zijn fabrikanten alleen de eigenaren van de merken of de bedrijfsnaam,en moeten daarom de plichten volgens de VerpackG vervullen. Als ook de naam van de productieonderneming op de verpakking wordt gedrukt, is de fabrikant de producerende onderneming.
Bij serviceverpakkingen (b.v. draagtassen, drinkbekers, saladeschalen, etc.) kan de fabrikant van zijn leverancier verlangen, dat deze de serviceverpakkingen aan een duaal systeem laat deelnemen. In dit geval heeft de fabrikant met betrekking tot deze serviceverpakkingen geen plichten volgens de VerpackG.
Wie is privé-eindgebruiker en wie is niet privé-eindgebruiker?
Privé-eindgebruikers zijn de privéhuishoudens en verder eindgebruikers die gelijkgesteld worden aan huishoudens. Deze eindverbruikers zijn concreet in de verpakkingswet (§11 lid 11 z. 2 VerpackG) opgesomd. Dit zijn in het bijzonder restaurants, hotels, wegrestaurants, kantines, kantoren, kazernes, ziekenhuizen, onderwijsinstellingen, charitatieve instellingen, vestigingen van zelfstandigen, …., agrarische bedrijven en handwerkbedrijven waarvan de afvalcontainer niet groter is dan 1.100 liter. Deze moet in het voor huishoudens gebruikelijk afvoerritme kunnen worden afgevoerd.
Welke duale systemen zijn er en wanneer moet er een overeenkomst met een duaal systeem worden afgesloten?
Er zijn door alle 16 bondslanden oppervlakdekkende duale systemen vastgesteld en op de website van de Zentrale Stelle Verpackungsregister aangegeven. De overeenkomst met een duaal systeem moet worden afgesloten voordat verkoopverpakkingen de eerste keer in omloop worden gebracht. Ze moet onafhankelijk van de hoeveelheid van de in totaal in een jaar in het binnenland afgezette producten worden afgesloten. De hoeveelheidsdrempels van §11 Verpakkingswet, vanaf welke een controle van de volledigheidsverklaring moet plaatsvinden, zijn voor de plicht tot deelname van verkoopverpakkingen aan een duaal systeem irrelevant.
Welke soorten verpakkingen onderscheidt de verpakkingswet?
Transportverpakkingen zijn verpakkingen die de hantering en het transport op de een of andere manier vergemakkelijken, zodat directe aanraking en transportschade worden vermeden. Deze zijn normaal gesproken niet bedoeld om door te geven aan de eindgebruiker. Transportverpakkingen die bedoeld zijn om te worden hergebruikt (bv. europallets containers) zijn geen transportverpakkingen.
Verkoopverpakkingen worden de eindgebruiker gewoonlijk als verkoopeenheid van product en verpakking aangeboden.
Omverpakkingen zijn verpakkingen die een bepaald aantal verkoopeenheden bevatten en gewoonlijk samen met de verkoopeenheden aan de eindgebruiker worden aangeboden. Ook verpakkingen om de verkoopstellingen te vullen.
Verzendverpakkingen maken de verzending van goederen aan de eindgebruiker mogelijk.
Serviceverpakkingen maken het mogelijk onverpakte producten aan de eindgebruiker te geven en ondersteunen dat (bv. draagtassen, drinkbekers, saladeschalen).
Wanneer en met welke gegevens moet men zich registreren?
Fabrikanten die in het binnenland met de verkoop van producten willen beginnen, moeten zich voordat de verkoopactiviteiten worden opgenomen bij de Zentrale Stelle registreren. De registratie moet door de fabrikant zelf gebeuren, een machtiging van derden is niet toegestaan.
De registratie houdt onder andere de bedrijfs- en contactgegevens in, het btw-nummer en het nationale kenmerkende nummer van de fabrikant (bv. handelsregisternummer, etc.). De registratie moet voor alle ondernemingen van een concern die als zelfstandige fabrikanten (bv. met een eigen btw-nummer) producten verkopen, steeds afzonderlijk gebeuren. Verder moeten alle merken worden aangegeven, waarvoor de te registeren onderneming als fabrikant geldt. De opgave van de merken dient steeds actueel te zijn en moet daarom bij veranderingen onmiddellijk worden aangepast.
Welke plichten moeten er na de registratie worden vervuld?
Bij het afsluiten van een overeenkomst met een duaal systeem en onmiddellijk na de melding van hoeveelheden bij een duaal systeem moeten de gegevens worden gemeld bij de Zentrale Stelle Verpackungsregister. De meldingen gebeuren via een online-meldportal en moeten door de fabrikant zelf worden gedaan. De volgende gegevens moeten worden doorgegeven:
- Registratienummer
- Materiaalsoort en massa van de aangemelde verpakkingen
- Naam van het duale systeem, waarbij de verpakkingen deelnamen
- Tijdsbestek waarvoor de systeemdeelname werd uitgevoerd
Wanneer er meer dan 80 ton glas of 50 ton papier, karton, dozen e.d. of meer dan 30 ton lichte verpakkingen (= de som van kunststoffen, verbindingen, blik en aluminium) in een kalenderjaar in de gegevensmeldingen werd doorgegeven, moet er uiterlijk op 15 mei van het jaar daarna een gecontroleerde volledigheidsverklaring worden afgegeven.
Zo neemt u contact met ons op

UWE HELMERKING
(Bedrijfsleider)
helmerking@gpsm.net
+49 89 55 26 41 52
+49 171 933 81 73
+49 89 55 26 41 53
Hoe garandeert u dat u als handelaar de verpakkingswet correct toepast?
U verkoopt producten van veel merken en betrekt deze producten uit het binnen- en buitenland. Welke thema’s zouden voor u belangrijk kunnen zijn? Kan het bijvoorbeeld zijn dat u, ofschoon u alleen handelaar bent, voor de recycling van de verpakkingen moet betalen? Hoe ziet het eruit, wanneer u producten met uw eigen merk verkoopt? Hoe worden de eigen of vreemde verzenddozen ondergebracht?
Wanneer de door u verkochte producten uit het buitenland worden geïmporteerd, komt het aan op de leveringsvoorwaarden waarop u de producten betrekt. Als u ze ontvangt vrij magazijn, bent u in principe niet verantwoordelijk voor de deelname van de verpakkingen aan het duale systeem. Dit geldt echter alleen, voor zover uw leverancier zijn verplichtingen uit de verpakkingswet nakomt. U bent onderworpen aan een verkoopverbod voor de producten waarvan uw leverancier de verpakking zonder deelname aan een duaal systeem aan u verkoopt. Dit kunt u alleen vermijden, als u de verpakkingen zelf aan een duaal systeem laat deelnemen.
Wanneer u producten verkoopt die alleen met uw merk gemerkt zijn, dan bent u voor de recycling van dit merk verantwoordelijk. U geldt als fabrikant, hoewel u de productie en verpakking van deze producten niet zelf op u hebt genomen. Dat berekent, dat u de verpakkingen aan een duaal systeem moet laten deelnemen voordat u begint de producten te verkopen. Voor zover de fabrikant van de producten van uw handelsmerken ook met naam op de verpakking is aangegeven, vervalt uw verplichting, de verpakkingen aan een duaal systeem te laten deelnemen. Dit geldt echter alleen voor zover de fabrikant zijn verplichtingen ook is nagekomen.
Wanneer uw producten door u in kartonnen verzendverpakkingen worden verpakt en naar privéhuishoudens of aan deze gelijkgestelde plaatsen waar ze afval worden, worden verstuurd, moeten deze verzenddozen deelnemen aan een duaal systeem. Bij onlinewinkels is dit de regel. Uw leverancier van de kartonnen dozen kan kartonnen verzenddozen niet al aan een duaal systeem laten deelnemen. Dit moet verplicht door degene worden gedaan, die de kartonnen verzendverpakkingen met goederen vult. Als u de aan u in verzenddozen geleverde goederen ongeopend doorverkoopt, kan deelname aan een duaal systeem alleen achterwege blijven voor zover uw leverancier de verzenddozen al aan een duaal systeem heeft laten deelnemen. U moet u daarvoor een bevestiging vragen aan uw leverancier.
Welke verpakkingen moet een fabrikant die aan verschillende klantengroepen levert, aan een duaal systeem laten deelnemen?
Uw onderneming levert zowel aan productiebedrijven als handwerkbedrijven en privéhuishoudens. Welke consequenties heeft dit op verplichting, de verpakkingen aan een duaal systeem te laten deelnemen? Wat betekent in deze samenhang „typisch“?
Het begrip heeft betrekking op de algemeen gangbare opvatting met betrekking tot de typische plaats van het eindgebruik van de verkoopeenheden van goederen en verkoopverpakking, die ofwel het privéterrein (inclusief de aan privéhuishoudens gelijkgestelde plaatsen waar dat gebeurt), of het niet-privéteterrein, dus (grote) nijverheidsondernemingen of industriële bedrijven kan zijn. Het begrip is abstract en heeft enerzijds een wettelijke interpretatie nodig en anderzijds een getalsmatige basis, aan de hand waarvan de „typische“ plaats van het eindverbruik kan worden bepaald. Hiertoe zijn bestuursrechtelijke beslissingen te verwachten, die dit vage rechtsbegrip per afzonderlijk geval uitleggen en in de praktijk gemakkelijker toepasbaar maken. De Zentrale Stelle Verpackungsregister heeft in de catalogus van de deelnameplichtige verpakkingen haar opvatting over de classificatie van verpakkingen gepubliceerd. Deze opvatting is, voor zover er geen aanvraag volgens §26 lid 1 nr. 23 VerpackG werd ingediend en door ambtelijke beschikking werd beslist, echter noch voor de uitvoering door de landen noch voor de fabrikanten direct wettelijk bindend. De catalogus wordt overigens voortdurend geactualiseerd.
Wanneer u als fabrikant door middel van afleveringsbewijzen of dergelijke informatie als de plaats van het eindverbruik productiebedrijven bij naam kunt aangeven, zijn er duidelijke aanwijzingen, dat de verpakkingen niet in het privéterrein voorkomen. Er moeten echter nog meer kenmerken van de verpakkingen / producten bijkomen, om vrij van twijfel te kunnen beoordelen, of de verkoopverpakkingen aan een duaal systeem moeten deelnemen of dat deze verpakkingen volgens §15 lid 1 z.1 nr.2 VerpackG niet aan een duaal systeem hoeven deel te nemen.
Deze bedrijven worden in principe als aan privéhuishoudens gelijkgestelde plekken waar het afval optreedt, geclassificeerd. De aan u geleverde verkoopverpakkingen moeten daarom aan een duaal systeem deelnemen. Handwerkbedrijven kunnen echter ook niet-privéplekken waar het afval zich voordoet volgens §15 lid 1 z.1 nr.2 VerpackG zijn, voor zover ofwel de afvalcontainers per materiaalsoort groter dan 1.100 liter zijn of het afhaalritme niet het gebruikelijke voor huishoudens is. Een typisch voorbeeld zijn bouwterreinen van nieuwbouw of algemene saneringen. Hier is een afvoersysteem voor bouwterreinen beschikbaar, dat grotere afvalcontainers gebruikt. Wanneer de levering van producten, bijvoorbeeld aan zulke bouwterreinen, wordt aangetoond, kan dit voor zover in aanmerking komen om deze verkoopverpakkingen niet aan een duaal systeem te laten deelnemen.
Privé-eindgebruikers zijn de privéhuishoudens en verder eindgebruikers die gelijkgesteld worden aan huishoudens. Deze eindverbruikers zijn concreet in de verpakkingswet (§11 lid 11 z. 2 VerpackG) opgesomd. Dit zijn in het bijzonder restaurants, hotels, wegrestaurants, kantines, kantoren, kazernes, ziekenhuizen, onderwijsinstellingen, charitatieve instellingen, vestigingen van zelfstandigen,…., agrarische bedrijven en handwerkbedrijven waarvan de afvalcontainer niet groter is dan 1.100 liter is. Deze moet in het voor huishoudens gebruikelijk afvoerritme kunnen worden afgevoerd.
Typisch aan privéhuishoudens geleverde verkoopverpakkingen moeten aan een duaal systeem deelnemen.
* Het betreft op de praktijk gerichte aanwijzingen zonder aanspraak op volledigheid
